Mijn verhaal: Dam tot Dam 2019

15 november 2019 0 Door Jean Fransman
Antwoorden
0
Stemmen
1
Jean Fransman

De maanden van voorbereidingen zorgde ervoor dat ik fit én met enorm veel zin aan de start van de Dam-tot Dam 2019 stond. Samen met zo’n 150 collega’s van de politie Amsterdam waren we er klaar voor. Ik had deze loop ook al eerder gedaan en ik ken het parcours goed. Door de drukte op en langs de route is het ook een geweldige belevenis. Ik keek er echt naar uit. En het ging ook goed. De IJtunnel uit en dan in je ritme komen, het ging allemaal als verwacht en met drie andere collega’s hadden we een heerlijk tempo te pakken. De temperatuur was op de zondag hoger dan de dagen ervoor: veel zon en 25 graden. Er werd van te voren gewaarschuwd voor de warmte, maar ja… in de voorbereidingen tijdens de zomermaanden was het wel warmer geweest. Echt serieus nam ik dit alles niet. Wel dronk ik bewust wat meer onderweg, stopte zelfs nog even rond de 12,5 km om extra te drinken en waren de tuinslangen van de bewoners op de route een heerlijke verkoeling.

Op 15,5 km dacht ik: je bent er bijna, dat wordt een prima tijd (1u30). Ik kon de finish al bijna zien. En dat is het laatste dat ik me kan herinneren. Ruim 30 minuten later kwam ik bij in de tent van het Rode Kruis en had ik geen idee wat er gebeurd was. Een collega stond langs de kant op 300 meter van de finish en zag me zwalkend en lijkbleek aankomen. Ik stortte als een pudding in vlakbij het punt waar zij stond. Omstanders dachten aan een hartaanval en wilde me gaan reanimeren. Er werd direct hulp gehaald en dankzij de alertheid van de hulpverleners zagen ze dat ik een hitteberoerte had. Totaal buitenbewustzijn werd ik naar de tent gebracht en bleek mijn temperatuur levensgevaarlijk hoog: 42,4 graden. Het had geen minuut langer moeten duren om mij in het koelbad te leggen. Die waren er gelukkig: op slechts 50 meter van het punt waar ik ter aarde stortte. Na ruim 10 minuten werd ik -nog altijd buitenbewustzijn- uit het koelbad gehaald. Langzaam kwam ik weer bij maar op de meest simpele vragen kon ik in eerste instantie geen antwoord geven. Nadat ik was overgebracht naar het ziekenhuis voelde ik mezelf weer geleidelijk ‘terugkomen’. En kwam het goede nieuws dat ik niet blijvende schade zou overhouden. Het koelbad en de snelle actie van de hulpverleners hebben mijn leven gered.

De fysieke en mentale klap hebben nog steeds hun impact. Je vertrouwen in je eigen lichaam is even helemaal weg. Ik heb geen enkel signaal gekregen dat dit zou kunnen gebeuren. Ineens ging het licht uit. Geen krampen, geen duizelingen of zwart voor mijn ogen, niks. Dat maakt het een soort sluipmoordenaar. De verhalen van mijn collega en de hulpverleners achteraf doen je beseffen dat ik geluk heb gehad. De afloop had echt anders kunnen zijn. Het herstel gaat -nu bijna 8 weken later- goed. Rustig aan op werk en rustig opbouwen met sporten. Heel voorzichtig ook weer hard gelopen, maar niet alleen. Dat vertrouwen in mijn eigen lichaam is er (nog) niet.